Piepschuimbrand: ontruimen of niet?

Een enorme zwarte rookpluim golft zondagmiddag over het noordoostelijke deel van de stad. De rook is afkomstig van brandende blokken piepschuim die liggen opgeslagen aan de Boerhaavelaan voor de bouw van de zuidelijke ringweg. Via een NL-Alert worden mensen gewaarschuwd voor de rook. Er wordt snel opgeschaald en ploegen uit Assen, Delfzijl, Haren en Peize schieten Groningen te hulp. Zo is de brand even snel als hij begint, ook weer uit. De brandweer kijkt terug op een korte, maar heftige inzet.

Even voor drieën wordt Officier van Dienst Harm de Bruin opgepiept voor een buitenbrand. “Het bleek te gaan om brandende blokken piepschuim. Toen ik van huis wegreed zag ik de zwarte rookkolom al. Ik heb vrij snel opgeschaald naar GRIP 1, omdat er mogelijk meerdere flats in de rook kwamen te liggen. Zo kon ik me met de ploegen richten op het maken van een goed plan voor het bestrijden van de brand, terwijl het CoPI (Commando Plaats Incident) zich bezighield met de gevolgen van de rook.”

Motorkapoverleg

Dan gaat ook de pieper van Sietse Smit, leider CoPI. “Toen ik ter plaatse kwam was de rook nog heel heet, waardoor het over de flats heen ging. Maar de wind veranderde, wat ervoor zorgde dat de bovenste verdiepingen in de rook kwamen te liggen. Dat was de focus voor het eerste ‘motorkapoverleg’ met alle betrokken partners. Moeten we gaan ontruimen? En hoe zit het met de verkeersstromen? We constateerden dat de wind gunstig stond ten opzichte van het Martini Ziekenhuis, dus daarover hadden we op dat moment geen zorgen.”

Tegelijkertijd maakt Harm een plan om de brand te bestrijden. “Polystyreenblokken zijn gemaakt van olie-achtig materiaal, dat vloeibaar wordt als het brandt. In eerste instantie is er nog geprobeerd te koelen met water, maar dan maak je de plas alleen maar groter. Daarom heb ik besloten om met schuim te gaan blussen. Dat was verreweg de beste optie. Want als de brand langer had gewoed, waren meerdere flats in de rook terechtgekomen en hadden we over moeten gaan tot ontruimen.”

Losse eindjes afhechten

Na inzet van het schuimblusvoertuig is de brand eigenlijk in een paar tellen uit. Sietse: “Daardoor hoefden we het niet meer over ontruimen te hebben. Wel besloten we nog een CoPI-overleg te doen, om alle ‘losse eindjes’ goed af te hechten. Zo hadden de flats toch een tijdje in de rook gelegen, dus we wilden nog wel zeker weten dat er geen koolmonoxide in de flats aanwezig was. Ook hebben we het gehad over de communicatie richting inwoners. De meeste rook was inmiddels weg, maar als mensen toch nog last hadden van een rooklucht in huis, was het advies om ramen en deuren open te zetten. Ook hebben we afgestemd hoe het verder zou gaan met het opruimen van het schuim. Daarover hebben we overleg gehad met de gemeente en Combinatie Herepoort.”

Zowel Sietse als Harm kijkt met een goed gevoel terug op de inzet. Harm: “Het is bij de keuze voor schuim van belang een goede afweging te maken en dat heb ik gedaan. Door het snelle blussen hoefden de flats niet te worden ontruimd en is er maar een derde van de blokken opgebrand. Dat had veel meer kunnen zijn.” Sietse: “In het begin was het nog best even spannend: moeten we gaan ontruimen? Anders hadden we echt wel een uitdaging gehad, want dan waren er veel eenheden nodig geweest om de flats te controleren. Daarom is het goed dat er snel is opgeschaald. Gelukkig was ontruimen uiteindelijk niet nodig dankzij de snelle en efficiënte inzet.”