Ga naar hoofdinhoud

Terugblik GRIP 2-incident: scheepsbrand Delfzijl

In de vroege ochtend van vrijdag 26 mei verspreiden zich gitzwarte rookwolken boven Chemie Park Delfzijl. De rook is afkomstig van een brandend schip vol bitumen, een vloeistof die onder meer wordt gebruikt voor dakbedekking. Vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op de steiger waaraan het schip ligt, schaalt de brandweer groots op. Uiteindelijk is de brand sneller dan verwacht uit, tot grote opluchting van de hulpdiensten. Toch is het allesbehalve een doorsnee inzet voor de brandweer. Een terugblik.

Zijn 24-uursdienst is bijna ten einde als Peter Wolthuis, bevelvoerder bij bedrijfsbrandweer Falck, rond half 7 ‘s ochtends een melding krijgt van rookontwikkeling bij de steiger van het bedrijf JPB Logistics. “De vraag was of we even poolshoogte wilden nemen. Op zich was het bericht niet meteen alarmerend, maar ik had wel gelijk een onderbuikgevoel dat dit wel eens een groter incident zou kunnen worden dan het toen leek. Toen we aankwamen bij de steiger zagen we inderdaad wat rookontwikkeling. Van de medewerkers van het bedrijf die daar stonden kregen we te horen dat de rook zich steeds verder uitbreidde en er dus wel urgentie was.”

Grote risico’s

Peter en zijn collega’s beginnen met het vormen van een beeld: wat is er precies aan de hand? Wat brandt er en wat zijn de mogelijkheden qua blussen? “Her en der kreeg ik brokjes informatie. Er werd me verteld dat we geen water konden gebruiken om te blussen, want dat gaat niet samen met hete bitumen. Ook was blussen lastig omdat we niet goed bij het schip konden komen. Niet veel later was de brand al uitslaand en ontstond er nog meer rookontwikkeling en hitte.”

Op dat moment komt ook Pieter Bakker, Hoofdofficier van Dienst (HOvD) van de brandweer, ter plaatse. “Ik zag direct de mogelijke risico’s: de brand kon overslaan op de steiger met gevaarlijke stoffen, en dan zouden we een heel groot probleem hebben. Ook was het een mogelijkheid dat het schip zou afbranden en zinken, en dan zou het zeehavenkanaal gestremd zijn. Dat wilden we voorkomen, want dan zouden de haven en een drukke vaarroute langere tijd dicht zijn. Ik heb daarom meteen groot opgeschaald, eerst naar GRIP 1 en niet veel later naar GRIP 2. Zo hadden we de juiste partijen aan tafel. Omdat dit ging om een brand op een schip in een haven en bij een dijk, waren er namelijk veel verschillende partijen betrokken.”

Bijzonder incident

De focus ligt eerst op het afschermen van de steiger met behulp van een bluskanon. Daarnaast ligt er een sleepboot in de buurt van het brandende schip, waardoor al snel het plan ontstaat om het schip weg te slepen naar een ‘veilige’ plek. Pieter: “Toen het schip was weggesleept zag ik al dat de rook en het vuur minder werden. Toen begon ik de hoop te krijgen dat het met een sisser zou aflopen en de brand onder controle zou raken.” Dat blijkt inderdaad het geval, tot grote opluchting van de hulpdiensten.

Terugkijkend was het voor bevelvoerder Peter geen alledaagse inzet. “We hebben hier op het chemiepark niet zo vaak te maken met branden, vaker met incidenten met gevaarlijke stoffen. Dit was al helemaal een bijzondere brand omdat we niet konden blussen én omdat we te maken hadden met een steiger, waar we met de brandweerauto’s niet op konden. Uiteindelijk denk ik dat we met zijn allen de juiste dingen gedaan hebben.”

Daar is HOvD Pieter Bakker het mee eens. “De inzet is goed en gestructureerd verlopen, en het is goed dat er snel en groot is opgeschaald want de risico’s waren aanzienlijk. Er was op een gegeven moment heel veel vuur en we konden niet goed bij het schip komen. Dit had net zo goed heel anders kunnen aflopen. We hadden geluk dat de sleepboot er al lag waardoor het wegslepen van het brandende schip vrij vlot ging. Uiteindelijk was het een kort, intensief incident met gelukkig een goede afloop. Natuurlijk gaan we ook nog met alle partners evalueren, zodat we ervan kunnen leren.”