Na bij de marine en als fysiotherapeut en manueel therapeut te hebben gewerkt, kwam Maaike terecht bij de beroepsbrandweer als manschap en duiker. Ze vindt het vooral mooi om, samen met een team, mensen te kunnen helpen en dan snel te moeten schakelen. Daarnaast staat ze collega’s bij die heftige incidenten hebben meegemaakt, als lid van het Team Collegiale Opvang.
Waarom wilde je bij de brandweer?
“Hiervoor was ik fysiotherapeut en manueel therapeut. Dat vond ik mooi werk, maar ik miste de actie. Ik heb eerder bij de marine gewerkt, dus ik wist dat actie me lag. Daarnaast houd ik ervan om mensen te helpen. Zo ben ik uitgekomen bij de brandweer. Gelijk vanaf het begin vond ik het geweldig.”
Wat vind je zo mooi aan het werken bij de brandweer?
“Eigenlijk alles. Het geeft energie om tijdens de acute fase van een incident ter plaatse te zijn en mensen te kunnen helpen. Het uitrukken vind ik daarom het allermooiste. Geen inzet is hetzelfde en het is fijn om er met zijn allen voor te zorgen dat een inzet goed verloopt. Werken in teamverband staat dan bovenaan. Iedereen heeft een vaste rol en eigen expertise en achtergrond. Vooral het medische en sociale gedeelte ligt mij goed; laat mij maar met mensen praten.”
“Overdag oefenen we veel op de kazerne, dat vind ik ook fantastisch. Met de tankautospuit, hoogwerker, met de HV-kraan of met het duiken. Op dit moment vind ik duiken één van de leukste dingen; onder water heerst er een soort sereniteit. Je zit met zijn vieren op de duikauto en ik vind het mooi om samen te werken met een compact clubje mensen.”
Hoe ziet jouw gemiddelde dag eruit?
“Het mooie aan mijn werk is: geen dag is hetzelfde. Natuurlijk hebben we een vast programma: we sporten twee keer per dag en overdag oefenen we veel. ’s Avonds zijn we vrij om te doen wat we willen op de kazerne. Maar op elk moment kan de pieper gaan, en dan ziet de dag er ineens heel anders uit.”
Welke uitruk herinner je je nog goed?
“In de zomer van 2020 was er een uitslaande brand op de bovenverdieping van een pand aan de Paterswoldseweg. Met onder meer twee hoogwerkers zijn we daarnaartoe gegaan om de brand te blussen. Dat was een mooie inzet omdat we het vuur uiteindelijk goed onder controle hebben gekregen en de brand niet oversloeg naar de panden ernaast. Ook waren er gelukkig geen slachtoffers. Ik heb toen onder meer geholpen met het water opbouwen, ik heb met collega’s naburige woningen gecontroleerd op doorslag en sloopwerkzaamheden verricht. Dat was lekker werken met een mooi resultaat.”
Je bent ook lid van het Team Collegiale Opvang. Kun je daar wat meer over vertellen?
“Tijdens heftige inzetten, bijvoorbeeld met dodelijke slachtoffers, kunnen wij als team opgeroepen worden. Het is goed voor de verwerking om in de eerste opvang een compleet plaatje te krijgen van wat er precies gebeurd is. Want tijdens de inzet krijg je natuurlijk alleen maar je eigen stukje mee. Door er samen over te praten wordt het voor iedereen helder hoe de film zich heeft afgespeeld, en wordt verwerken makkelijker.”
“We zijn dan ook nadrukkelijk collega’s en hebben repressieve ervaring, dus snappen waar het over gaat. We praten vaak met de hele ploeg tegelijk en zijn dan gespreksleider. Ik heb een paar keer per jaar zo’n gesprek, en ik vind het heel mooi om te doen. Het is waardevol om collega’s op die manier te kunnen helpen.”