Veiligheidsregio Groningen oefent vliegtuigcrash op Oostwold Airport

Een vliegtuigje met negen personen aan boord crasht op Oostwold Airport. Verspreid over de landingsbaan liggen brokstukken, er begint brandstof te lekken en twee personen kruipen gewond uit het wrak. Dit was het scenario van één van de vijf oefeningen die Veiligheidsregio Groningen de afgelopen periode organiseerde.

Overal kan een incident plaatsvinden, en iedere locatie heeft zijn eigen uitdagingen. Maar op sommige plekken zijn die uitdagingen net wat groter. Bijvoorbeeld door de ligging, de risico’s of de specifieke kenmerken ervan. Ook op zulke plekken is het belangrijk dat de hulpdiensten goed weten wat ze moeten doen. Daarom oefende Veiligheidsregio Groningen (VRG), samen met partners, de afgelopen weken op vijf bijzondere locaties verspreid over de provincie: een gasopslag van de NAM bij Grijpskerk, de Eems Energy Terminal in de Eemshaven, Oostwold Airport en in de stad Groningen bij de Oostersluis en de Van Mesdag-kliniek.

Verrassingselement

Oefenen op locatie gebeurt niet vaak maar maakt het wel een stuk realistischer, vertelt oefenleider Jan Willem Domburg van de VRG. “In het echt moet je als hulpverlener ook naar de plek van een incident toe. Op het moment dat je pieper gaat, heb je nog geen idee wat er precies is gebeurd en waar je naartoe moet. Dat ‘verrassingselement’ hoorde ook bij deze oefening. De deelnemers moesten zo snel mogelijk naar de plek van het voorval toe en onderweg al een beeld vormen van wat er was gebeurd. Eenmaal ter plaatse zagen ze daadwerkelijk waar het ‘incident’ had plaatsgevonden en konden ze zich ook beter voorstellen welke dilemma’s er speelden.”

Specialistische kennis

Op een vliegveld gelden hele andere regels en procedures dan bij bijvoorbeeld een gasopslaglocatie. Welke gevaarlijke stoffen zijn aanwezig? Zijn er plekken waar de hulpdiensten niet mogen komen vanwege de veiligheid? Jan Willem: “Het is cruciaal dat de hulpdiensten dit soort informatie tijdens een incident zo snel mogelijk boven water krijgen. En dat is nog niet zo makkelijk, want tijdens crisissituaties gaat alles heel snel. Dus is een goede samenwerking met de medewerkers op locatie van groot belang. Het is dus heel waardevol om dat eens in de zoveel tijd te oefenen.”

Wederzijds begrip

Dat geldt zeker ook voor de medewerkers van Oostwold Airport, vertelt directeur Tom van der Meulen. “Voor ons zijn incidenten natuurlijk geen dagelijkse kost, dus het is heel nuttig om zoiets eens mee te maken. Hoe verlopen de overleggen in de Mobiele Commando Unit? Wat zijn de procedures? Eén van de uitdagingen tijdens deze oefening voor ons was dat er ineens heel veel mensen en voertuigen aanwezig waren op het vliegveld en we in goede banen moesten leiden wie er waar op het terrein aanwezig was. Want je mag vanwege de veiligheid niet zomaar overal komen. Voor ons is dat logisch, maar voor anderen niet. Al met al hebben we zeker nieuwe inzichten opgedaan, en de oefening heeft bovendien gezorgd voor meer wederzijds begrip voor elkaars manier van werken.”

Bijzondere risico’s

Voor sommige van de locaties waar werd geoefend gelden zogenaamde rampbestrijdingsplannen, namelijk als er bijzondere risico’s spelen. Met zulke plannen bereiden de hulpdiensten zich voor op diverse incidenten die kunnen plaatsvinden op zo’n plek. Jan Willem: “Tijdens de oefeningen konden we die plannen ook weer eens tegen het licht houden en actualiseren. En controleren of wat wij op papier zetten, ook echt zo werkt in de praktijk.”

Uitdagingen voor de hulpdiensten

Nog even terug naar de vliegtuigcrash: die leverde de hulpdiensten nog genoeg uitdagingen op. Er wordt opgeschaald naar GRIP 1 zodat alle hulpdiensten gestructureerd kunnen overleggen in de Mobiele Commando Unit op het vliegveld. Eén slachtoffer overleeft de crash helaas niet en de acht andere slachtoffers worden met spoed overgebracht naar verschillende ziekenhuizen in de omgeving. Het lukt het waterschap en de brandweer om de brandstof die uit het vliegtuig lekt te identificeren en op te vangen. Jan Willem: “Mooi om te zien hoe het de deelnemers is gelukt om de uitdagingen het hoofd te bieden. Hopelijk gebeurt zoiets nooit, maar áls het gebeurt zijn we voorbereid.”