Ga naar hoofdinhoud

Terugblik zeer grote brand Oude Pekela: “Alles stond in brand, het leek wel een vulkaan die aan het uitbarsten was”

Bijna vijf dagen duurt het blussen van de enorme brand die maandagavond 12 mei uitbreekt bij het bedrijf HempFlax in Oude Pekela. Inmiddels is er van de opslagloodsen niet veel meer over dan wat hopen verwrongen staal. Voor de brandweer is het een monsterklus om het vuur onder controle te krijgen en de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Maar liefst 254 vrijwilligers van 24 verschillende brandweerkazernes springen bij om te helpen. Een terugblik op een bijzondere inzet.

Het is maandagavond 12 mei, iets voor 9 uur ’s avonds. Ronald Fransens, bevelvoerder bij de brandweer van Oude Pekela, is net terug van sporten als zijn pieper gaat. ‘Brand gebouw Schoolstraat’, staat er. Als hij aankomt op de kazerne is er door de meldkamer al opgeschaald naar grote brand. “Toen we in de tankautospuit zaten en de bocht omkwamen zag ik een enorme rookkolom boven de huizen. Ik heb gelijk opgeschaald naar zeer grote brand, want ik wist dat al die balen hennepstro daar lagen opgeslagen en dat we heel veel water en handjes nodig zouden hebben.”

Zorgen voor regen

Eenmaal ter plaatse stuurt Ronald zijn manschappen om te beginnen op verkenning. De brand blijkt links achterin de loods te woeden. “Het bleek dat het deel in het midden bijna helemaal leeg was. Daar stond niks brandbaars. Daarom was het plan om een stoplijn te creëren tussen het ene en het andere deel van de opslag met behulp van een straatwaterkanon. Maar toen ik zag hoe snel het vuur een afstand van twintig meter had overbrugd, begon ik te twijfelen of we de loods zouden kunnen behouden. De brandlast was enorm. In overleg met Officier van Dienst Robert Orsel heb ik toen het straatwaterkanon teruggetrokken uit de loods. Niemand mocht meer naar binnen, dat was niet meer veilig.”

Robert neemt een moment om de kaart eens goed te bekijken. “De hele loods bleek aan elkaar te zitten. Dus ik wist, als de stoplijn niet werkt dan gaat de hele loods straks branden. We zagen hoe snel de brand zich ontwikkelde. Binnen was het zo heet dat de brand oversloeg op het andere deel puur door hete rookgassen. De spullen die in het midden stonden begonnen gewoon uit te dampen.”

“Niet veel later hebben we een tweede basispeloton, oftewel vier tankautospuiten, laten komen om de woonwijk te beschermen waar de rook naartoe ging. Daar ontstond ook vliegvuur (vuur dat overwaait door de wind) en er kwamen gloeiende brokken naar beneden. Het was dus zaak om te zorgen dat het daar niet ging branden en het daar ging ‘regenen’. Ik denk dat we als brandweer daar het verschil hebben gemaakt, door zo snel op te schalen en een tweede peloton op te roepen. Op dat moment nam ik samen met een collega even de tijd om te overleggen. Het was inmiddels donker en we zagen die enorme gloed en het vliegvuur. Het leek bijna op een vulkaan die daar stond te blazen, een beetje apocalyptisch. Toch waren op dat moment de grootste gevaren al wel geweken, met het tweede peloton ter plaatse.”

Honderdduizend kilo aan brandstof

Maar dat betekent niet dat het incident al onder controle is. Inmiddels is er opgeschaald naar GRIP 1, om zo te zorgen dat alle hulpdiensten gestructureerd kunnen overleggen. Als Leider CoPI (Commando Plaats Incident) heeft Dennis de Vlieg de leiding over die overleggen. Dennis: “Al vrij snel was duidelijk dat dit een langdurige inzet zou gaan worden. Eigenlijk hadden we te maken met een niet te bestrijden brand. Er brandden 4,5 duizend rollen aan geperste hennep. Dat is honderdduizend kilo aan brandstof. Dat brandt als een fakkel en is moeilijk te blussen, want er zit een kern in waar je niet bij kan. Dat zorgt voor andere uitdagingen voor de hulpdiensten: naast het blussen van de brand moesten we ons ook bezig houden met het beperken van de effecten ervan, zoals de rook en het vliegvuur.”

Dennis: “Eén van onze belangrijkste thema’s was om na te denken over een mogelijke escalatie: kan de brand zich uitbreiden naar de huizen en zo ja, wat zijn dan onze opties? Het voorste blok huizen was al ontruimd, dat waren de huizen waar het vliegvuur neerkwam. Maar daarachter lag een blok waar de rook mogelijk ook kon gaan neerdalen. Het was best een lastige afweging of we die huizen ook moesten laten ontruimen. Uiteindelijk hebben we besloten om een voorwaarschuwing uit te doen. Geen verplichte ontruiming dus, maar mensen moesten zich wel voorbereiden om snel weg te kunnen als dat nodig was.”

Oranje gloed

Na urenlang in touw te zijn geweest worden zowel Ronald, Robert als Dennis rond 4 uur ’s nachts afgelost. Het vuur is dan nog lang niet uit, maar na een goede overdracht is het aan nieuwe en frisse collega’s om zich daarmee bezig te gaan houden. Ronald: “Al vrij snel na aankomst werden wij als tankautospuit een klein radertje in het geheel. Acht uur lang zijn wij aan het blussen geweest. Toen we ’s nachts terug naar de kazerne reden kwam de zon er al een beetje door, maar er hing nog steeds een oranje gloed boven het dorp. Dat was bijzonder om te zien. Eenmaal thuis heb ik een paar uur geslapen en de volgende ochtend werd ik alweer opgepiept om af te lossen. Ik heb daar nog de hele dag gestaan bij de pompen.”

Terugkijkend is Robert blij met de dingen die hij heeft gedaan. “Het was mijn eerste zeer grote brand als eerste Officier van Dienst. Zo’n brand is waar we voor oefenen en waar we ons op voorbereiden. Het lukte me om rustig te blijven en om alles in te zetten wat ik heb geleerd. Ik ben er heel trots op dat we dit als brandweer hebben geflikt.” Ook Dennis is tevreden. “Als CoPI is het gelukt om orde te scheppen in de chaos. Het was wel gek om maar een deel van het incident mee te maken en daarna te worden afgelost. Ik denk zeker dat we de goede dingen hebben gedaan, maar het is altijd goed om te evalueren en erover na te denken of we dingen slimmer en beter kunnen doen. Wat mij wel bijblijft: op een gegeven moment kwam er een buurvrouw aan met koffie en koekjes voor het CoPI. Dat vond ik zo’n mooi gebaar van waardering en dankbaarheid. Daar doe je het voor.”

Na 24 uur is het nablussen overgenomen door private partijen.