Honderdduizend kilo aan brandstof
Maar dat betekent niet dat het incident al onder controle is. Inmiddels is er opgeschaald naar GRIP 1, om zo te zorgen dat alle hulpdiensten gestructureerd kunnen overleggen. Als Leider CoPI (Commando Plaats Incident) heeft Dennis de Vlieg de leiding over die overleggen. Dennis: “Al vrij snel was duidelijk dat dit een langdurige inzet zou gaan worden. Eigenlijk hadden we te maken met een niet te bestrijden brand. Er brandden 4,5 duizend rollen aan geperste hennep. Dat is honderdduizend kilo aan brandstof. Dat brandt als een fakkel en is moeilijk te blussen, want er zit een kern in waar je niet bij kan. Dat zorgt voor andere uitdagingen voor de hulpdiensten: naast het blussen van de brand moesten we ons ook bezig houden met het beperken van de effecten ervan, zoals de rook en het vliegvuur.”
Dennis: “Eén van onze belangrijkste thema’s was om na te denken over een mogelijke escalatie: kan de brand zich uitbreiden naar de huizen en zo ja, wat zijn dan onze opties? Het voorste blok huizen was al ontruimd, dat waren de huizen waar het vliegvuur neerkwam. Maar daarachter lag een blok waar de rook mogelijk ook kon gaan neerdalen. Het was best een lastige afweging of we die huizen ook moesten laten ontruimen. Uiteindelijk hebben we besloten om een voorwaarschuwing uit te doen. Geen verplichte ontruiming dus, maar mensen moesten zich wel voorbereiden om snel weg te kunnen als dat nodig was.”
Oranje gloed
Na urenlang in touw te zijn geweest worden zowel Ronald, Robert als Dennis rond 4 uur ’s nachts afgelost. Het vuur is dan nog lang niet uit, maar na een goede overdracht is het aan nieuwe en frisse collega’s om zich daarmee bezig te gaan houden. Ronald: “Al vrij snel na aankomst werden wij als tankautospuit een klein radertje in het geheel. Acht uur lang zijn wij aan het blussen geweest. Toen we ’s nachts terug naar de kazerne reden kwam de zon er al een beetje door, maar er hing nog steeds een oranje gloed boven het dorp. Dat was bijzonder om te zien. Eenmaal thuis heb ik een paar uur geslapen en de volgende ochtend werd ik alweer opgepiept om af te lossen. Ik heb daar nog de hele dag gestaan bij de pompen.”
Terugkijkend is Robert blij met de dingen die hij heeft gedaan. “Het was mijn eerste zeer grote brand als eerste Officier van Dienst. Zo’n brand is waar we voor oefenen en waar we ons op voorbereiden. Het lukte me om rustig te blijven en om alles in te zetten wat ik heb geleerd. Ik ben er heel trots op dat we dit als brandweer hebben geflikt.” Ook Dennis is tevreden. “Als CoPI is het gelukt om orde te scheppen in de chaos. Het was wel gek om maar een deel van het incident mee te maken en daarna te worden afgelost. Ik denk zeker dat we de goede dingen hebben gedaan, maar het is altijd goed om te evalueren en erover na te denken of we dingen slimmer en beter kunnen doen. Wat mij wel bijblijft: op een gegeven moment kwam er een buurvrouw aan met koffie en koekjes voor het CoPI. Dat vond ik zo’n mooi gebaar van waardering en dankbaarheid. Daar doe je het voor.”
Na 24 uur is het nablussen overgenomen door private partijen.