Brandweervrijwilliger en molenaar: het is geen erg voor de hand liggende combinatie. Toch werkt het uitstekend voor Robert Swijghuizen, bevelvoerder bij kazerne Middelstum. De actie en de rust houden elkaar mooi in evenwicht: “Ik vind het heerlijk om de dag na een heftige uitruk naar de molen te gaan en de wieken te laten draaien. Lekker in de zon zitten, bezig zijn met de molen, tijd voor mezelf. Dat is voor mij echt ontspanning.”
Wie wel eens via de N360 richting Delfzijl rijdt, kan er bijna niet omheen: de witte – nouja, inmiddels is hij niet overal even wit meer – molen pal naast de rotonde bij Ten Post. Oftewel d’Olle Widde. Robert is één van de twee molenaars die ervoor zorgt dat deze ruim tweehonderd jaar oude korenmolen blijft draaien. Als je er in de zomer langs rijdt, is de kans dan ook groot dat je hem of zijn collega Anja daar bezig ziet. In de andere seizoenen zijn ze er zeker ook te vinden, maar iets minder vaak.
Verkeerde kant van het lint
Al zo lang Robert zich kan herinneren is hij gefascineerd door molens. Wat hem er precies zo in aantrekt vindt hij lastig te zeggen. De liefde was er gewoon altijd al. “Als ik vroeger met mijn ouders in de auto zat en ze zagen er één in de verte, reden ze vaak om omdat ik er altijd naartoe wilde”, lacht hij. Van zijn zesde tot zijn veertiende is hij dan ook standaard elk weekend te vinden in diverse molens in de omgeving. “Ik ging er gewoon naartoe en hielp mee met wat er ook maar te doen was. Wat precies maakte me niet uit, ik vond alles mooi. En eigenlijk is dat nog steeds zo.”