Naar een toekomstbestendige bluswatervoorziening – Scenario’s voor bluswatervoorziening bij objecten zonder voldoende extern bluswater
Inleiding
Bij ca. 5000 van de ca. 320.000 objecten in de regio Groningen kan de brandweer niet voldoende extern bluswater bij de brand brengen om deze goed te kunnen blussen. De bluswaterwinpunten liggen daar op een te grote afstand, of de objecten zijn met het groot materieel van de brandweer niet goed bereikbaar.
Er zijn verschillende scenario’s mogelijk om de bluswatervoorziening bij deze objecten vorm te geven. In deze notitie worden de scenario’s uiteengezet zodat deze besluitvormend in het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Groningen (VRG) kunnen worden besproken.
Ontwikkelingen in de bluswatervoorziening van 2010 tot 2020
In 2010 zijn vanuit de Brandweer regio Groningen (de toenmalige regionale samenwerking van de gemeentelijke brandweerzorg) voor de provincie Groningen de zogeheten ‘witte vlekken’ inzichtelijk gemaakt; de gebieden waarin bluswaterwinpunten op een te grote afstand (meer dan 200 meter) zijn gelegen om op een snelle manier de tankautospuiten te voorzien van voldoende water voor het bestrijden van een brand. In dit onderzoek is naar voren gekomen dat de brandweer bij ca. 5000 objecten in het slechtste geval over onvoldoende bluswater kan beschikken om bij een uitslaande brand de overslag naar naastgelegen objecten te voorkomen en een brand in het object zelf te kunnen bestrijden.
Om de gemeenten (die verantwoordelijk zijn voor de bluswatervoorziening) de tijd te geven extra maatregelen uit te voeren, heeft de brandweer destijds als ‘tijdelijk’ alternatief besloten om in geval van een brand(gerucht) bij objecten gelegen binnen de witte vlekken niet met één tankautospuit maar met twee tankautospuiten en in sommige gevallen met het grootwatertransport ter plaatse te gaan. Deze tijdelijke maatregel is genomen om de slagkracht (de hoeveelheid water die wordt meegebracht door de tankautospuit) te verdubbelen. Ook heeft de veiligheidsregio een traject ingezet om nieuwe tankautospuiten uit te rusten met een standaard watertankinhoud van 3000 liter in plaats van 1500 liter. Alleen in de stad Groningen blijft de inhoud 1500 liter vanwege de benodigde wendbaarheid van de tankautospuit.
Aan de gemeenten is toentertijd gevraagd om bij deze objecten extra maatregelen te treffen. In enkele gevallen heeft dit geleid tot het plaatsen van meer ondergrondse brandkranen. Echter, in een groot aantal gevallen constateerden de gemeenten en het waterbedrijf dat het plaatsen van een brandkraan niet mogelijk was. Een ondergrondse brandkraan is namelijk voor de brandweer alleen bruikbaar wanneer deze tenminste 30 m3 water per uur kan leveren. In veel gevallen hebben de waterleidingen in de witte vlekken hiervoor een te kleine diameter. Anno 2020 moet geconstateerd worden dat de tijdelijke maatregel van tweezijdig aanrijden nog steeds van kracht is en dat het bijplaatsen van brandkranen op een enkele na niet mogelijk is.
In de tussentijd zijn er echter ook ontwikkelingen geweest ten aanzien van de vervanging van het oude waterleidingnet. Hierbij wijzigt het waterbedrijf de bestaande ondergrondse infrastructuur voor de levering van water aan bedrijven en huishoudens. In de nieuwe ontwerpmethode worden de leidingen niet langer vermaasd, maar vertakt aangelegd met op onderdelen kleinere diameters. Hierdoor zal door de doorstroomsnelheid de kwaliteit van het drinkwater worden verbeterd, maar zal de capaciteit van deze leidingen afnemen. Het Algemeen Bestuur van VRG heeft daarom in november 2018 het richtinggevende besluit genomen om in de toekomst afscheid te nemen van alle brandkranen die minder dan 30 m3 water per uur leveren. Het gaat dan bij benadering om 10% van de brandkranen in de huidige situatie.
Tot slot is gebleken dat de verantwoordelijkheid voor de bluswatervoorziening en daarmee het onderhoud van de brandkranen binnen veel gemeenten niet eenduidig belegd is. Hierdoor zijn er steeds vaker brandkranen niet vindbaar of niet bruikbaar in geval van een brand. De bevoegdheden en verplichtingen ten aanzien van de brandkranen staan beschreven in de geactualiseerde Overeenkomst levering bluswater die begin 2021 door de gemeenten, VRG en Waterbedrijf Groningen zal worden ondertekend. In informatiebijeenkomsten en gesprekken adviseert VRG de gemeenten over de invulling van hun wettelijke verantwoordelijkheid voor de bluswatervoorziening.
Deze notitie geeft nu alleen een antwoord op de actuele vraag met betrekking tot de witte vlekken. Het wordt voor de brandweer in de toekomst een grotere uitdaging om over voldoende bluswater te beschikken voor een effectieve bestrijding van een brand. Een analyse van de toekomstige situatie met eventuele oplossingsrichtingen maakt onderdeel uit van de visieontwikkeling voor de brandweerzorg in 2030.
Knelpunten in de huidige bluswatervoorziening
Hoewel de brandbestrijding nog steeds wordt door ontwikkeld, is het bestrijden van brand met water nog steeds het meest effectieve middel. Operationeel betekent dit dat de brandweer bij afwezigheid van water binnen 200 meter (in de vorm van een ondergrondse brandkraan, geboorde punt of open water) bij een tankinhoud van 3000 liter letterlijk is uitgeblust na ongeveer 12 minuten. De brandweer is dan aangewezen op grootwatertransport, waarmee bluswater over grote afstanden kan worden getransporteerd. De huidige, zeer verouderde, systemen voor grootwatertransport worden in 2020 vervangen door vier identieke systemen die verdeeld over de regio worden geplaatst. Het grootwatertransport is uiterlijk 60 minuten na alarmering operationeel. Wanneer het grootwatertransport eenmaal operationeel is, heeft de brandweer een onbeperkte hoeveelheid bluswater ter beschikking.
Er zijn nu geen effectieve maatregelen beschikbaar om de tijd tussen het leeg geraakt zijn van de tankautospuit(en) en de opbouw van het grootwatertransport te overbruggen. Er is dan gedurende tientallen minuten geen water om de brand te bestrijden. Men kan daarbij de vraag stellen of de uitrol van grootwatertransport überhaupt nog nuttig is als de omgeving niet bedreigd wordt. De brandweer accepteert immers – ook vanuit de bouwregelgeving – dat een brandcompartiment mag afbranden (waarbij een brandcompartiment in dit geval veelvuldig een vrijstaande woning betreft).
Scenario’s voor bluswatervoorziening bij objecten zonder voldoende extern bluswater
Om in de toekomst de witte vlekken van bluswater te voorzien, zijn verschillende scenario’s mogelijk. Deze variëren van het accepteren van de huidige situatie tot het leveren van een optimale dekking door de inzet van meerdere watertankwagens. De keuze voor een scenario vraagt om een eerlijke en open afweging om maatschappelijk gedragen te worden. Niet ieder risico is namelijk af te dekken, en er is een gezonde balans nodig tussen het terugdringen van risico’s en de inspanningen (ook financieel) die daarvoor nodig zijn.
Voor alle scenario’s geldt dat een zeker restrisico moet worden geaccepteerd. Het is onmogelijk (en onbetaalbaar) om 100% brandveiligheid (volledige risico-uitsluiting) te garanderen. Er is altijd een risico dat een pand of brandcompartiment verloren gaat omdat het niet alleen van de hoeveelheid bluswater afhangt, maar ook van bijvoorbeeld de ontdekkingstijd, de vuurlast, etc.
Meer in algemene zin geldt dat brandveiligheid een ketenveiligheid is waarbij iedere schakel verantwoordelijkheid moet nemen. Een gebouw moet brandveilig gebouwd zijn. Een bewoner moet zich bewust zijn van brandrisico’s. Bij brand moet de bewoner vroegtijdig worden gewaarschuwd om op tijd het pand te kunnen verlaten. Pas daarna is de brandweer aan zet om de brand zo goed mogelijk te blussen. Hoe beter aan de voorkant de brandveiligheid is geregeld, hoe groter de kans is dat er voor de bluseenheden een bestrijdbaar scenario resteert. De belangrijkste constatering is derhalve: Het is in alle scenario’s belangrijk om te investeren in voorlichting en preventie.
Scenario 1: Accepteren van de huidige situatie
De landelijke praktijk leert dat de brandweer meer dan 95% van alle branden met de tank van één tankautospuit kan blussen. In de veiligheidsregio Groningen rijden wij bij meldingen in de witte vlekken al standaard met twee voertuigen, die ook nog (als het de nieuwere voertuigen betreft) een grotere tankinhoud hebben. Wanneer de inhoud van de twee tankautospuiten niet toereikend is, moet er extern bluswater worden aangevoerd. Bij ca. 1,5% van de objecten in de regio Groningen beschikt de brandweer niet over voldoende extern bluswater om de brand effectief te bestrijden. Deze objecten bevinden zich vaak in landelijke gebieden waar de bedreiging van brandoverslag naar een belendend perceel zeer gering is.
In de afweging van het terug te dringen risico en de inspanningen die daarvoor nodig zijn, kan de keuze worden gemaakt om de huidige situatie te accepteren. Bij acceptatie van het restrisico is het belangrijk dat inwoners goed over dit risico worden geïnformeerd zodat zij realistische verwachtingen van de brandweerzorg hebben. Daarnaast moet actief voorlichting gegeven worden over brandpreventie en over het belang van rookmelders. VRG adviseert dringend om de rookmelderdichtheid in de witte vlekken te verhogen zodat branden tijdig worden ontdekt en bewoners zich in veiligheid kunnen brengen. Goede voorlichting en communicatie verdienen continue aandacht van de gemeenten en moeten dus met regelmaat herhaald worden.
Scenario 2: Met nog meer tankautospuiten gaan uitrukken
Op dit moment worden er bij alarmering van de brandweer bij meldingen van objecten binnen de witte vlekken standaard 2 tankautospuiten gealarmeerd. Door meer tankautospuiten te alarmeren wordt meer bluswater naar de brand gebracht.
Het nog verder opschalen met meerdere tankautospuiten kan echter op locatie een logistiek probleem veroorzaken (de vaak smalle toegangswegen raken verstopt en het materieel staat elkaar in de weg). Bovendien veroorzaakt verder opschalen ook een probleem in de restdekking. Er zijn dan onvoldoende tankautospuiten beschikbaar om in te zetten voor andere meldingen in het gebied.
Scenario 3: Putten slaan of op een andere manier in voldoende water voorzien
De gemeenten kunnen in de witte vlekken putten laten slaan of op andere manieren voorzien in voldoende bluswater (bijvoorbeeld door open water toegankelijk te maken). Geboorde putten zijn in geval van brand door de brandweer te gebruiken als waterwinpunt. Een geboorde put kan met een straal van 200 meter een gebied van bluswater voorzien. Dit betekent dat een zeer groot aantal putten (een grove schatting is 1000 putten) nodig is om de witte vlekken af te dekken.
Een variant kan ook zijn dat geboorde putten alleen daar worden geslagen waar het risicoprofiel dat wenselijk maakt. Er wordt dan geanalyseerd bij welke objecten er bijvoorbeeld sprake is van gevaar voor uitbreiding van brand of waar verminderd zelfredzame bewoners aanwezig zijn.
De kosten van een geboorde put bedragen bij benadering € 20.000 voor de aanleg, exclusief de kosten van het benodigde halfjaarlijkse onderhoud.
Scenario 4: Watertankwagens inzetten
De inzet van watertankwagens geeft de brandweer de mogelijkheid om gedurende de opbouw van het grootwatertransport met het water van deze watertankwagens de brand verder te beperken en overslag naar naastgelegen objecten te voorkomen. De watertankwagens worden bij alarmering voor objecten die gelegen zijn in een witte vlek gelijktijdig gealarmeerd met de 2 tankautospuiten.
In het eindrapport van het project Bluswatervoorzieningen dat in 2018 aan het Algemeen Bestuur is aangeboden, is berekend dat het mogelijk is om met 6 watertankwagens (naast de inzet van de schuimblusvoertuigen van stad Groningen en Delfzijl en de watertankwagens van Drenthe) de gebieden met de meeste witte vlekken af te dekken. Wanneer met een opkomsttijd van 30 minuten wordt gerekend (dit is bij benadering de tijd die het duurt tot 2 tankautospuiten zijn opgekomen en hun tanks hebben geleegd), zijn er 6 watertankwagens nodig om vrijwel de gehele regio met voldoende bluswatervoorzieningen af te dekken. Er blijven dan van de ca. 5000 objecten in de witte vlekken 25 objecten over waarbij de brandweer gedurende enige tijd niet kan beschikken over voldoende bluswater om onafgebroken te blussen.
Door watertankwagens strategisch te plaatsen en onderscheid te maken in gebieden met meer of minder witte vlekken, kan voor een kleiner aantal watertankwagens worden gekozen. Wanneer er bijvoorbeeld 4 watertankwagens beschikbaar zijn met een opkomsttijd van 30 minuten, blijven er van de ca. 5000 objecten in de witte vlekken 106 objecten over waarbij de brandweer niet kan beschikken over voldoende bluswater om onafgebroken te blussen.
De kosten van de aanschaf van een watertankwagen met een inhoud van 15.000 liter bedragen bij benadering € 250.000 excl. BTW. Hier komen de kosten bij voor stalling, onderhoud, verzekeringen en voor het opleiden en oefenen van brandweermensen om de wagens te bedienen. Omwille van de uitwisselbaarheid, onderhoud, en opleiding is het wenselijk om gelijke modellen en uitvoeringen aan te schaffen.
Bestuurlijke afwegingen
In januari 2020 zijn de verschillende scenario’s in het Dagelijks Bestuur van VRG besproken. Hierbij is besloten nog geen voorkeurscenario uit te werken, maar de scenario’s af te wegen in samenhang met andere onderwerpen en ontwikkelingen die om keuzes in de brandweerzorg vragen. Het gaat daarbij om onderwerpen als paraatheid en vrijwilligheid, buurtbrandweerzorg, brandweerzorg in het stedelijk gebied en in de havengebieden, en de gevolgen van de Europese deeltijdrichtlijn voor het vrijwilligersstelsel. Om al deze onderwerpen in samenhang te kunnen beoordelen, wordt momenteel een visie op toekomstgerichte brandweerzorg ontwikkeld. Hierin is het uitgangspunt een goede balans te vinden tussen de voor- en achterkant van de veiligheidsketen.
Tijdens de bestuurlijke conferentie van 29 oktober 2020 hebben de leden van het Algemeen Bestuur over de ontwikkelingen in de brandweerzorg gesproken en over de afwegingen die er ten aanzien van de bluswatervoorziening voorliggen. Hierbij ontstond de gedeelde overtuiging dat het treffen van aanvullende repressieve maatregelen in de bluswatervoorziening (zoals de inzet van watertankwagens) om een grote investering vraagt, die slechts beperkt bijdraagt aan het vergroten van de brandveiligheid. Om in de toekomst over voldoende bluswater te kunnen beschikken, worden brandveiligheid en bluswatervoorziening nader uitgewerkt binnen de visie op toekomstgerichte brandweerzorg. Het belang van preventie en voorlichting om de brandveiligheid aan de voorkant te verbeteren is nogmaals bevestigd.
Breder kijkend is aandacht gevraagd voor de versterking van (brand)veiligheid door slimme allianties aan te gaan met trajecten als de versterkingsopgave en verbinding te leggen met relevante ontwikkelingen zoals klimaatadaptatie. Bij de uitwerking van die ambities en ontwikkelingen moet ook direct (brand)veiligheid worden betrokken. Op langere termijn zal dit deel uitmaken van de toekomstgerichte brandweerzorg in 2030. Op kortere termijn kunnen VRG en gemeenten kansen en beleidsontwikkelingen verkennen om samen in op te trekken en een win-win situatie te behalen.
Aan het Algemeen Bestuur wordt daarom het volgende advies voorgelegd:
- Accepteren dat bij ca. 1,5% van de objecten in de regio Groningen de brandweer niet voldoende extern bluswater bij de brand kan brengen om deze goed te kunnen blussen.
- Op dit moment niet verder investeren in aanvullende repressieve maatregelen in de bluswatervoorziening.
- De Groninger gemeenteraden over dit besluit informeren.
- Slimme verbindingen leggen tussen brandveiligheid en lopende of aanstaande ontwikkelingen zoals de versterkingsopgave en de klimaatadaptatie en deze betrekken bij de visieontwikkeling voor de brandweerzorg in 2030.
- De gemeenten verzoeken om – bij voorkeur in overleg met de sector Risicobeheersing van VRG- hun inwoners te informeren en voor de objecten met een lager niveau van bluswatervoorziening extra in te zetten op communicatie, preventie en voorlichting.